Rekening houdend met de maatschappelijke en milieuproblemen die elke speler moet aanpakken, bevestigt de Universiteit van Namen haar bereidheid om een beleid van ethisch en duurzaam beheer van haar roerende investeringsportefeuille te voeren.

De Raad van Bestuur, die kennis heeft genomen van de richtingen die momenteel worden voorgestaan in het beheer van deze portefeuille, wilde deze posities consolideren, structureren en versterken door tien sterke leidende beginselen voor ethische en duurzame beleggingen aan te nemen:

  1. Onze fondsen worden beheerd en aangehouden door financiële tussenpersonen met ESG/SRI-keurmerk;
  2. De portefeuille bevat geen valuta die als controversieel worden beschouwd door de financiële en bancaire operatoren waarmee de universiteit samenwerkt;
  3. De obligatielijnen van de portefeuille bevatten geen landen die als controversieel worden beschouwd door de financiële en bancaire operatoren waarmee de universiteit samenwerkt;
  4. De individuele onlineportefeuille is niet belegd in de volgende sectoren: gokindustrie, seksindustrie, tabaksproductie, wapenproductie, kolenwinning, niet-conventionele olie- en gaswinning (schalie, teerzand, Arctische exploratie...);
  5. De portefeuille in individuele lijnen is niet belegd in edelmetalen, de winning van edelmetalen, het grondstoffensegment met inbegrip van met name voedingsmiddelen;
  6. Alle individuele aandelenlijnen waarop een rating wordt toegepast, voldoen aan de ESG/SRI-criteria die worden bevestigd door de ESG/SRI-ratingsystemen die op de markt beschikbaar zijn.
  7. De portefeuille is niet belegd in fondsen die worden beheerd door bedrijven die zijn uitgeschreven door de FSMA (Financial Services and Markets Authority);
  8. We zetten geleidelijk aan beveks om in SRI-fondsen als er een bevek van hetzelfde type bestaat (identieke procedure voor ETF's), met als doel deze omzetting tegen 2030 te voltooien;
  9. We hebben een exitbeleid voor beleggingen als een door SRI verworven effect niet-RI wordt;
  10. Onze beleggingspolitiek kan duurzame lokale bedrijven omvatten die buiten het ESG/SRI-gebied vallen.

De Raad van Bestuur erkent de kwaliteit van het werk dat gedurende vele jaren op dit gebied is verricht en streeft er daarom naar om proactief en vrijwillig tegen 2030 een effectenportefeuille te hebben waarin 85% van de activa ESG (Environmental, Social and Governance)/SRI (Socially Responsible Investment) zijn.